"Als we Portugal met China vergelijken, kunnen we in Portugal een stilte tot tweeënhalve seconde in een dialoog verdragen, terwijl uit hetzelfde onderzoek bleek dat mensen in China acht of zelfs tien seconden kunnen wachten zonder dat ze het gevoel hebben dat er iets abnormaals gebeurt", zei Erin Meyer vandaag op de QSP Summit, bij Exponor, in Matosinhos (district Porto).
Sprekend in de openingssessie van het Exponor evenement, gaf de auteur van "The Culture Map: Breaking Through the Invisible Boundaries of Global Business" uit 2014, verschillende voorbeelden van hoe culturele verschillen relaties in de zakenwereld kunnen beïnvloeden.
De professor aan het INSEAD in Parijs legde uit dat in sommige culturen, als je "een paar seconden zwijgt, je die stilte waarschijnlijk interpreteert als iets negatiefs, wat duidt op boosheid of ergernis, maar in andere culturen kan "diezelfde stilte worden geïnterpreteerd als iets heel positiefs", waarbij iemand "een goede luisteraar" kan zijn of "goed nadenkt".
Volgens een grafiek die het resultaat is van haar recente onderzoek, staan Japan, Thailand, Zuid-Korea, China, Finland en Indonesië bovenaan de lijst van culturen die het meest comfortabel zijn met stilte, en aan de andere kant staan landen als Italië, de Verenigde Staten, Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Mexico, Portugal en Brazilië. In haar presentatie van vandaag ging Erin Meyer ook in op verschillende thema's van de bedrijfscultuur in verschillende landen, waarbij ze zich vooral richtte op hoe deze verschilt in zaken als het geven of ontvangen van negatieve feedback of hoe werkvergaderingen worden ervaren en hun conclusies worden geïnterpreteerd. Volgens de gegevens die de auteur presenteerde, zijn de landen met een bedrijfscultuur die geneigd is om negatieve feedback directer te geven Nederland, Rusland, Duitsland, Denemarken, Polen of Frankrijk.
Aan de andere kant bevinden landen als Japan, Thailand, Zuid-Korea, Colombia, Mexico of Saoedi-Arabië zich aan de andere kant van het spectrum, waar negatieve feedback meer indirect wordt gegeven.
Wat werkvergaderingen betreft, is het nodig om meer context te bieden over de conclusies en operationalisering van taken in landen als China, Japan, Zuid-Korea, Thailand of Ethiopië, en minder context in culturen als de Verenigde Staten, Australië, Nederland, Duitsland, Canada of Nieuw-Zeeland.
"In een cultuur met een lage context gaan we er tijdens het communiceren van uit dat we een verlaagd niveau van referentiepunten, kennis en informatie hebben", wat "expliciete, eenvoudige en duidelijke" communicatie bevordert.
In een hoge-contextcultuur daarentegen "gaan we ervan uit dat we een brede set van gedeelde referenties hebben", waarin goede communicatie wordt opgevat als gebaseerd op "nuances of impliciet zijn", die ook plaatsvinden via lagen van begrip.
Volgens de auteur zijn er, wanneer verschillende culturen elkaar ontmoeten, verschillende percepties over wat er wordt geïnterpreteerd en verwacht van vergaderingen, waarbij sommigen automatisch aannemen op basis van hoe gebeurtenissen zich ontvouwen en 'het lezen van de kamer', maar dit is niet het geval in andere culturen, waar het soms nodig is om conclusies op te schrijven.